Jullie hebben er even op moeten wachten maar hier ben ik weer met een nieuwe lading quotes uit de klas!
N. kreeg begeleiding van de psychologe van het CLB en werd door haar regelmatig even uit de klas gehaald voor een babbeltje. Meestal gebeurde dit op vrijdagnamiddag om de 2 weken. Ook die bewuste vrijdag ging de psychologe komen, we wist alleen niet precies wanneer. N. Was vol ongeduld aan het wachten en kwam dan ook de volgende vraag stellen: “Juf, wanneer komt de mevrouw van het PMD?”
Tijdens de lessenreeks over kaartlezen en oriëntatie laat ik de kinderen het spel zeeslag spelen. Zo oefenen ze de coördinaten op een leuke manier. S. ging helemaal op in het spel en zei met veel serieux: “Zeeslag is een spel waarbij je goed moet nadenken. Ik speel dat soms met mijn broer en dan nemen wij zelfs pauzes omdat we het zo warm hebben gekregen.”
Tijdens diezelfde les won I het spel zeeslag van (diezelfde) S. Na een paar beurten vindt ook S alle boten van I. I zegt: Jij mag wel gewonnen zijn want ik vind dat niet zo belangrijk. Waarop S tegen (een andere) S: “Ik ben gewonnen want dat mocht van I.”
W.O.-lessen zijn ideale lessen voor grappige uitspraken. Zo ging het tijdens een les over de bouw van het huis over welke mensen allemaal helpen aan het bouwproces. Ik stelde de volgende vraag: “Stel je voor, mensen zien een stuk grond en denken dat wil ik wel kopen om een huis op te bouwen en ze kopen dat. Wat is dan de volgende stap, wie kan hen dan helpen?”
K. steekt vol overtuiging zijn vinger op en antwoordt: “Ah ik weet het, ze zien een plakkaatje met ‘potgrond te koop’ en dan kopen ze dat.”
De les spelling van die week ging over woorden die eindigen op eren, -elen, -enen. Op het bord stonden drie kolommen waarin de woorden uit het woordpakket gesorteerd moesten worden. Toen dit gebeurd was, vroeg ik aan de leerlingen of ze zelf nog woorden konden bedenken voor in één van de kolommen. S. dacht even na en zei toen: “Oh, ik weet er eentje voor bij -elen: juf Ellen!”
Regelmatig kijken we in de klas naar Karrewiet. Die keer ging het over astronauten uit China. In onze klas zit een jongen uit China en toen hij heel fier zei dat hij kon verstaan wat die mannen zeiden, was de reactie van M: “Ik wil ook zo graag China’s kunnen spreken.”
Nog een laatste om mee af te sluiten, een uitspraak die waarschijnlijk al in veel klassen gehoord is. Toen de lessen gingen over de tijd vroeg ik hoe je een jaar noemt met 366 dagen. S. stak meteen zijn vinger op en antwoordde: “Een verschrikkelijk jaar.”
Stuk voor stuk toch weer heerlijke uitspraken die nog maar eens bewijzen hoe heerlijk naïef de kinderen soms zijn. Het heeft wat langer geduurd om ze te verzamelen maar ze zijn er zeker niet minder grappig om.