Extraatjes bij het thema strips

Eén van de thema’s die ik behandel bij de lessen taal is ‘Bubbels vol tekst’, over strips. Het is een heel dankbaar thema dat bij de kinderen steeds goed onthaald wordt. Ook is het perfect om een aantal extra activiteiten bij te bedenken. Zo ging ik al met de klas naar het Suske en Wiske-museum waar we een heel leuke middag beleefden. Maar ook op papier bedacht ik een aantal leuke extraatjes om aan bod te laten komen.

Het eerste extraatje dat ik maakte is een lege strip van Klein Suske en Wiske. Ik ging hiervoor op zoek naar een grappig verhaaltje van één bladzijde, maakte het na met tekstballonnen maar liet de tekeningen weg. Het is dan de opdracht voor de kinderen om er zelf tekeningen bij te maken.

Ook maakte ik een miniquiz voor de kinderen waarbij ze de titel van een strip moeten koppelen aan de cover. Ze krijgen 9 covers van strips te zien en ook 9 titels en moeten dan kunnen zeggen welke strip bij welke cover hoort. Om dit te kunnen moeten de leerlingen dus goed gaan kijken welke afbeeldingen bij welke tekst passen en waar een mogelijke link te zien is.

Tot slot voorzag ik nog een tekenopdracht. In één van de lessen gaat het over de weergave van tekst in een strip. Hierin wordt uitgelegd dat de meeste tekst in strips wordt weergegeven in tekstballonnen. Ook komt in deze les aan bod dat tekst nog op andere manier weergegeven kan worden, bijvoorbeeld door het gebruik van onomatopeeën. Om hierop verder te gaan, maakte ik per kind een A5- blaadje met daarop een onomatopee (bv.: Boem, splatsj, vroem…). De bedoeling hierbij is dat de kinderen zelf een situatie bedenken waarin deze klank kan voorkomen. Deze situatie tekenen ze dan bij de onomatopee.