Spel ‘De vier seizoenen’

Tijdens het thema ‘Tik tak tijd’ focuste ik ook op de seizoenen. In het tweede leerjaar hadden de kinderen geleerd welke seizoenen er waren, in het derde leerjaar wilde ik er verder op ingaan door de begin- en einddata toe te voegen en ook gebeurtenissen te koppelen aan de seizoenen. Dit onderwerp kwam al aan bod tijdens het invullen van de bundel. Toch merkte ik dat veel leerlingen dit niet eenvoudig vonden en nog meer oefenkansen konden gebruiken. Ik pikte hier op in en verzon een seizoenenspel dat ik gebruikte tijdens het hoekenwerk.

Op het spelbord zie je een ovaal met verschillende gekleurde vakjes. De leerlingen zetten om te beginnen hun pion op een vakje naar keuze. Dan mag de persoon die het hoogste gooit, beginnen. Die persoon gooit met de dobbelsteen en zet het aantal stappen vooruit dat hij gegooid heeft. Elk vakje heeft een verschillende betekenis. De persoon voert de opdracht uit die bij elk vakje hoort. Er zijn vier seizoensvakjes:

oranje: Neem een herfstkaartje.
blauw: Neem een winterkaartje
groen: Neem een lente kaartje.
geel: Neem een een zomerkaartje.

De seizoenskaartjes liggen op vier stapels naast het spelbord, gesorteerd per kleur. Wanneer de speler het getrokken kaartje nog niet in zijn bezit heeft, mag hij het bijhouden en op zijn verzamelkaart leggen. Heeft hij het kaartje al wel dan legt hij het onderaan de stapel waar hij het kaartje nam.

Ook zijn er nog twee andere vakjes:

zwart: Neem een pechkaartje en voer de opdracht uit.
blanco: Er gebeurt niets.

Wanneer de speler zijn opdracht heeft uitgevoerd is zijn beurt voorbij en gaat de beurt naar de volgende speler.

Het doel van het spel is om zo snel mogelijk van elk seizoen de vier verschillende kaartjes te verzamelen en dus een volle verzamelkaart te hebben.

Wie het spel graag in de klas wil gebruiken, kan het downloaden door op het spelbord te klikken. Al het materiaal zit in 1 bestand, waaraan ook nog een extra uitlegblad is toegevoegd.